Tips voor gedrag in de bergen
Maar wandelen is alleen leuk als je een paar basisregels in acht neemt. Bergredding, alpine clubs en verenigingen, berggidsen en ook de staat bieden richtlijnen voor correct gedrag op de berg.
De belangrijkste tips voor bergbeklimmers:
Planning: Voordat je aan een tocht begint, moet je de wandeling zorgvuldig plannen met behulp van wandelbeschrijvingen en kaarten. Laat uw familieleden of gastheren weten wat de bestemming van uw wandeling is.
Fitheid: Beoordeel je eigen fitheid en die van je groep en kies je tochten dienovereenkomstig. Een vroege ochtendstart wordt aanbevolen.
Weer: Raadpleeg van tevoren het weerbericht. Als er kans is op onweer of zware mist, is het beter om thuis te blijven. Tijdens de tocht: Als het weer verandert, ga dan onmiddellijk terug.
Pauzes: Een regelmatig wandeltempo en voldoende pauzes sparen je krachten en garanderen het succes van een wandeling.
Proviand: Zorg voor voldoende vloeistoffen: je kunt het beste water of appelsap met mineraalwater en een snufje zout meenemen. Mueslirepen, gedroogd fruit, noten en een goede boterham moeten ook in je rugzak zitten.
Uitrusting: We raden goede wandelschoenen en ademende kleding aan. In je rugzak moet ook reserveondergoed, regenjack, muts, handschoenen en een EHBO-doos zitten.
Groepen: Er moet rekening worden gehouden met de zwaksten in de groep, maar iedereen moet ook in staat zijn om een tocht af te breken als dat nodig is. Andere wandelaars moeten bewust worden gemaakt van de gevaren en het verlenen van eerste hulp indien nodig is een must.
Natuur: Blijf op de gemarkeerde paden en beklimmingen, pluk geen planten onder natuurbescherming en raak geen wilde dieren aan. Vermijd lawaai en breng je afval terug naar de vallei. Rook niet en steek geen vuur aan in het bos.
Vervoer: Gebruik openbaar vervoer zoals trein, bus, kabelbaan of fiets. Als je met de auto reist, vorm dan autopools. Parkeer de auto op een aangewezen parkeerplaats!
Voorbeeldfunctie: Open de ogen van kinderen voor de schoonheid van de natuur en help hen om reeds aangerichte schade op te ruimen.
Let op: grazend vee
Vooral moederkoeien hebben een sterk gevoel dat ze bij de kudde horen en beschermen zichzelf instinctief tegen indringers.
- Verlaat de paden in de wei niet en loop stevig maar onopvallend langs de kudde op een afstand van 20 tot 30 meter.
- Aai de dieren in geen geval.
- Houd uw honden aan de lijn. Laat ze alleen los in noodgevallen.
- Maak de dieren niet bang en sla ze niet met een stok.
- Als een dier op je afkomt, blijf dan rustig lopen en houd het dier altijd in de gaten.
- Kalmerende signalen: kop laten zakken, krabben en brullen.